N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Circusopleiding Het hedendaagse circus zoekt de combinatie met dans, theater en zang. Hoe kijken jonge circusartiesten naar het vak? „Andere klasgenootjes zaten op tennis of dansen en ik zat op circus.”
Sequoia van Ekeren (22) genoot van het circus in de tent. De magische wereld waar het publiek voor een avond in getrokken werd, de bijna onmenselijke trucs die de artiesten uitvoeren. Dat traditionele mist ze soms een beetje, want in een tent staat ze nu niet vaak meer: háár vorm van circus vindt vooral plaats op het podium, in een theater.
Tijdens de repetities van de voorstelling Come in, Make yourself at Home, vertellen zij en haar klasgenoten uit het tweede leerjaar van Codarts Circus Arts over het vak waar ze al op jonge leeftijd verliefd op werden. Van Ekeren: „Toen ik zes jaar was, begon ik bij het jeugdcircus in Den Haag. Mijn moeder zag een advertentie in de krant. Allebei mijn ouders zijn muzikant. Andere klasgenootjes zaten op tennis of dansen en ik zat op circus. Het is een uit de hand gelopen, ongewone hobby, maar ik vond het best wel leuk om buiten de boot te vallen.”
Er zijn twee hogescholen in Nederland die een circusopleiding aanbieden: Fontys Hogescholen in Tilburg en het Rotterdamse Codarts. Het zijn beide internationaal georiënteerde opleidingen, want bachelor-opleidingen voor circusartiesten zijn schaars in Europa. In Rotterdam worden zo’n vijftien tot achttien studenten per jaar aangenomen bij de circusafdeling die in 2006 werd opgericht – het huidige tweede leerjaar bestaat bijna volledig uit buitenlandse studenten. Zij worden klaargestoomd voor een carrière in het hedendaagse circus.
Veel lol
In de voorstelling van de tweedejaars circusartiesten, die eind maart was te zien op het Cirque Mania festival in Den Haag, werden eigen specialisaties van studenten op organische wijze gecombineerd met choreografie, muziek en een beetje theater. Wat er vooral vanaf spatte: ze hebben veel lol. In het blauwe decor in huiselijke sfeer – banken, een wipstoel, een knalblauwe lp-speler – laten de twaalf studenten zien hoe het hedendaagse circus een verhaal kan vertellen over thuiskomen en je thuis voelen, of juist niet.
De Britse Shea Finkelstein (20) zegt daarover: „Bij het hedendaagse circus gaat het minder om indruk maken en meer om het publiek intrigeren.” Van Ekeren vult aan dat de voorstelling gelaagder wordt, omdat circustechniek – zoals de wervelende diabolo-solo van de Zwitserse Sam Balthasar (22) – wordt versterkt door de rest van de groep, die eromheen beweegt: „Er is veel meer interactie tussen de artiesten dan bij het traditionele circus, waar vaak losse acts aan elkaar worden gemonteerd.”
Zo vertelt de setting rondom de circustechniek een verhaal. Dat kan ook met een sfeervol beeld, of niet-voor-de-hand-liggende muziek. „We kijken veel meer naar onze performances door een dramaturgische blik, naast het technische. Wat is het verhaal dat we willen vertellen? Wat is de noodzaak?”
Persoonlijker
Als Van Ekeren aan het eind van de voorstelling de trapeze beklimt en er een aantal indrukwekkende oefeningen doet, valt dat samen met de rest van de groep die simultaan een vogue-achtige choreografie uitvoert. Het geheel eindigt op een van de blauwe banken. In een intieme setting neuriën de circusartiesten mee op een deuntje dat Van Ekeren op haar gitaar speelt.
Geen rode clownsneuzen en wilde dieren dus – die laatste zijn sinds 2015 in Nederland in het circus verboden. Naast de bekendere onderdelen van het circus, zoals trapeze, jongleren, diabolo of het Cyr Wheel – een metersgrote aluminium ring die de artiest voortbeweegt – wordt in het hedendaagse circus ook de relatie met andere kunstvormen onderzocht. Dat leidt de laatste jaren tot steeds meer coproducties en integratie met dans, muziek en theater.
Die integratie vinden de jonge artiesten interessant. Balthasar zou het theater in gegaan zijn als hij niet aan circus deed, legt hij uit. Van Ekeren zoekt juist de combinatie met muziek en zang. In het hedendaagse circus kunnen al die dingen samenkomen. „Het voelt een stuk persoonlijker en spannender dan alleen bezig zijn mijn circustechniek,” vat Van Ekeren het samen.
Al moeten de studenten het vak nog vaak uitleggen en krijgen ze verraste blikken. Van Ekeren merkt dat veel mensen het hedendaagse circus niet kennen: „Mensen zijn altijd verbaasd door wat ik doe, omdat ze niet weten dat je circus kan studeren. Ze vragen dan: werk je nog met dieren? Ben je een clown?”
Nouveau Cirque
Van de studenten komen er nog maar weinig uit een circusfamilie. Die families vormden lange tijd de kern van het klassieke tentcircus. Nadat een nieuwe stroming in het circus in de jaren zeventig werd geïntroduceerd, het Nouveau Cirque, werden met overheidssteun de eerste circusscholen in Frankrijk opgericht. Hierdoor kon iedereen die zich voor het vak interesseerde circusartiest worden en vanuit Frankrijk breidde het moderne circus zich uit door de rest van Europa.
Luuk Brantjes (26) studeerde in 2020 af aan de circusopleiding van de Stockholm University of the Arts. Hij doet al bijna zijn hele leven aan circus. Zijn specialiteit is het teeterboard, of de Koreaanse plank – een houten acrobatisch instrument (dat lijkt op een wipwap uit een speeltuin), waar twee mensen om beurten op springen. Het ziet er spectaculair uit, zegt Brantjes. Nu hij er langer mee werkt, is het vooral interessant om te onderzoeken hoe ver de mogelijkheden reiken in het bespelen van het teeterboard.
Na zijn opleiding maakte hij onder andere de solovoorstelling Lone. Hij slaat de veranderingen in zijn vakgebied met aandacht gade. „Het hedendaagse circus is nog een jonge kunstvorm. Ik voel erg de vrijheid om het vak opnieuw uit te vinden.”
Ook wat hem betreft gaat het hedendaagse circus om méér dan trucs doen: „De tendens binnen het hedendaagse circus is om virtuositeit – ‘Kijk, ik heb getraind en ik jongleer zeven ballen’ – op een andere manier te gebruiken: om het publiek iets te zeggen.”
De combinatie is lastig, beseft hij. „Als je een salto doet, kun je zeggen dat die staat voor politieke ongelijkheid in Nederland, maar dat slaat nergens op. Maar je kunt wel iets anders overbrengen dan alleen de virtuositeit van de salto. Dat wordt een steeds belangrijker onderdeel van het circus.”